Als provocatief coach kijk je met enige argwaan de wereld in. ‘Is dat nou wel zo?’ is de eerste gedachte bij iedere zin die de cliënt uit. En met reden, zo ervaar ik dagelijks in de praktijk. De nieuwe trend die ik met enige scepsis volg: het etiketten plakken op de volwassen man. Door de volwassen vrouw. De vrouw van die volwassen man. Dus deze blog is aan vrouwen gericht.
Maar mannen: lees gerust even mee! Of wordt dat bemoeilijkt door je dyslexie? Het wordt een lap tekst van bijna 1.100 woorden, kun je dat aan? Of lukt dat niet met je ADHD? Of houden narcistische trekjes je weg bij deze kans tot zelfreflectie?
Mijn zoon is dyslectisch
De maatschappij feminiseert; de vrouw wint terrein, zo leren wij uit de media. Juffen op school zijn de oorzaak. Druk zijn kan niet meer. Aan een tak hangen is wangedrag. Slootje springen de prelude op suïcidale neigingen. En dat moet de kop ingedrukt. Dus hebben we protocollen en gaan we remedial aan de slag: dat betekent behandelingen, die hebben een diagnose nodig en zo zijn de etiketten uitgevonden.
Meisjes doen het steeds beter in het onderwijs, terwijl de jongetjes rondhobbelen met etiketjes ‘PDD NOS”, ‘ADD’, ‘HSD’, ’GVD’.
Intussen keert de wal het schip. Want de meisjes doen het steeds beter in het onderwijs, terwijl de jongetjes rondhobbelen met etiketjes ‘PDD NOS”, ‘ADD’, ‘HSD’, ’GVD’. Die laatste ken ik ook niet. Jongens en mannen verliezen terrein, lezen we overal. Dus wordt er hard gezocht naar mannelijke docenten, die de wanorde herstellen en helpen chaos wederom een plek te geven in ons overgestructureerde, geprotocolliseerde, ingeregelde onderwijsland van Rust, Reinheid en Regelmaat.
Mijn man is een autist
Leven met een man valt niet altijd mee, zo weet iedere vrouw. Andersom ter geruststelling: leven met een vrouw is ook niet altijd makkelijk, zo weet iedere man. En toch proberen hetero’s het massaal. Soms met succes. In mijn relatietherapie praktijk belanden de al dan niet tijdelijk minder succesvolle stellen. Nu is ieder stel uniek, maar de soorten relatieproblemen zijn redelijk universeel. En het verzamelwoord is ‘communicatie problemen’.
De evolutiebioloogie zegt dat mannen wat zwijgzamer zijn, omdat je met praten nu eenmaal geen holenbeer vangt. Die klets je niet aan een speer, dat vereist zwijgen, geen discussie en blik naar voren. De vrouwen in het dorp intussen kletsten er vrolijk op los. Misschien om dieren weg te houden, maar wellicht ook om steeds precies te weten waar iedereen ongeveer uithangt: als je de was doet in de rivier is het niet prettig als een rivale achter je opduikt en je in de plomp duwt. Zwemles kenden ze nog niet.
Hoe dan ook: vrouwen zijn vanaf jonge leeftijd een stuk communicatiever dan mannen en dat zal deels genetisch ingebakken zijn. Maarja: het moderne huwelijk vraagt van de man, dat hij net zo’n gezellige prater is, als de beste vriendinnen van zijn vrouw. Zo leest zij in de bladen.
Zomaar een stukje sessie uit de praktijk
Paula zit op het puntje van de bank en wijst naar Roland die achterover leunt met de armen over elkaar. ‘En zo zit hij er dus altijd bij als ik met hem wil praten. Als ik hem al zover krijg, want hij heeft er meestal geen zin in. Hij wilde hier ook helemaal niet komen, want “hij had het niet nodig”, zei hij. Als ik problemen had, moest ik zelf maar gaan. Ik ben heel goed met zijn zus en zij vertelde dat hij altijd al zo was. ‘We dachten altijd al dat ie een beetje autistisch was’, zei ze. Toen ik dat bij zijn moeder checkte zei zij: “Onze Roland is niet zo’n prater, net als zijn vader”. Autisme is hartstikke genetisch, dus ik heb Roland al gezegd dat hij zich moet laten onderzoeken. Ik heb een afspraak gemaakt voor hem, maar die was ie zogenaamd vergeten!’
En zo zit hij er dus altijd bij als ik met hem wil praten.
Roland staart me aan, maar ziet me niet. Die is in gedachten met een holenbeer in de weer. Of vraagt zich af waar dat fijne tangetje nou toch zal liggen. Misschien maakt ie plannen voor een weekendje vissen: wie zal hij mee vragen? Of hij denkt terug aan de lange middagen vrijen met de vrouw naast hem, die nu duidelijk geen zin in hem heeft. Wanneer was ook alweer de laatste keer? Of misschien denkt hij wel aan zijn werk. We weten het nog niet en wie zal het zeggen?
Nou Roland wellicht?! Ik stel Paula voor om het hem gewoon eens op de man af te vragen.
Paula: ‘Hallo Roland, ben je er nog bij? Of zit je met je gedachten aan de rand van de plas?’
Roland geïrriteerd: ‘Ik heb al in geen maanden gevist vanwege de verbouwing, wat zeur je nou.’
Paula kijkt me aan: ‘En zo gaat het dus altijd. Vraag ik meneer wat, krijg ik direct een sneer terug.’
‘Hoe is het tussen jullie begonnen?’ Ik besluit maar even uit de inhoud te blijven.
Ze slaat de handen ineen: ‘Zal ik het vertellen?’ Roland knikt, een glimlach rond zijn mond.
Paula: ‘We hadden een feest van de studentenvereniging en ik was gevraagd door zijn huisgenoot. We gingen in een groep, Roland was er met zijn ex. Een grote tent in het bos, geweldige band. Mijn hak brak tussen 2 planken en ik kon niet meer dansen, dus liep ik naar buiten om te kijken of ik het kon fiksen. Daar zat Roland alleen aan een tafel: zijn ex stond op de dansvloer. Die hak was niet meer te lijmen, maar gelukkig had Roland een tas met daarin de gympen van zijn ex, die ze bij zich had om terug te lopen naar huis na het feest. Ik mocht ze wel aan.’
We raakten in gesprek en ik vond hem meteen leuk. Zijn huisgenoot was een echte bralaap, wel grappig, maar Roland had dat mystieke zwijgzame. En dan die ogen: hij zei weinig, maar zijn ogen vertelden me alles.’
‘Dus ook toen al niet zo’s prater. Dus als ik je vraag: heb je hem zo gekocht, of heb je hem zo gemaakt?’
Paula: ‘Zo gekocht natuurlijk.’
Pas op met etiketten, dames: een karaktertrek is geen aandoening
Vroeger had je extraverte mannen en introverte mannen. Nu hebben we sociale mannen die in contact zijn met hun vrouwelijke kant en we hebben opeens heel veel ‘autistische’ mannen, zo lijkt in ieder geval in mijn praktijk. Als je de vrouwen moet geloven.
Alle mannen zijn misschien wel een beetje autistisch, maar dan hebben alle vrouwen misschien wel een beetje borderline.
Ik ben niet zo voor die etiketten. Ik ben natuurlijk geen psycholoog, maar ik werk wel met een psycholoog samen voor Intensieve Relatie weekenden -zie Therapie Hilversum – en zij zegt altijd gekscherend: ‘alle mannen zijn misschien wel een beetje autistisch, maar dan hebben alle vrouwen misschien wel een beetje borderline. Nu weet ik niet het fijne van de DSM-V, maar het klinkt prettig relativerend. En dat is soms hard nodig in gesprekken met stellen die relatieproblemen hebben.