Zijn wenkbrauwen staan gekanteld in een diep serieuze frons: ‘Het lukt mij niet om nee te zeggen als collega’s een beroep op mij doen. Kreeg ik er vorig jaar ook nog eens de taken van een vertrekkende collega bij én vervolgens belandden we in een reorganisatie, waarin ik een nieuwe manager kreeg, waarmee het totaal niet klikte.’ Ik trek mijn meest empathische gezicht. ‘Johan, sorry voor deze zijstap maar wat ik me afvroeg: zou jij eens naar mijn mail account kunnen kijken zo meteen, er is iets mee en jij lost dat vast zo op.’ ‘Tuurlijk, wat is er dan?’ Ik kijk hem vrolijk ironisch aan. ‘Shit, daar doe ik het weer’, zucht hij. ‘Dat dus.’
Ik wandel met Johan. In mijn provocatieve associatieve hersenkwab komt een brave lakei voorbij, gehaast op zijn hakjes, pruik scheef op het hoofd. Een dienstbare pleaser met een groot hart. Hij is een dertiger met een permanente rimpel tussen zijn ogen. Zijn bleke gezicht, lichte trilling in de handen: alles verraadt dat hij niet lekker gaat. Vanwege een burn-out is hij thuis komen te zitten en heeft hij als onderdeel van een re-integratietraject een coach gezocht die zijn assertiviteit mag vergroten. Hij moet NEE leren zeggen, daar komt het op hoofdlijnen op neer. Althans, dat is de indruk van de manager. Iets op mijn website suggereert dat je bij mij heel goed ‘nee’ kunt leren zeggen. En zo kwam hij bij mij in de praktijk.
En hoe is het verder thuis?
‘En hoe is het thuis?’, vraag ik. ‘Wat zegt je vrouw over de hele situatie?
We kijken elkaar aan. ‘Ik geloof niet dat ik het daarover wil hebben’, zegt Johan.
Nou het lijkt mij dus een goed idee om het daar dan wel over te hebben. Als provocatief coach lijd je aan een permanente rood-groen kleurenblindheid. Zet de cliënt het stoplicht op rood, dan zien we groen en gaan door op de ingeslagen weg. Dat helpt meer dan je mee laten voeren over de gebaande paden van cliënt. Daar heerst veilige vertrouwdheid en gebeurt niets. In ieder geval niets wat helpt.
‘Hebben jullie het nog een beetje leuk samen?’
‘Ach wat moet ik erover zeggen. Hoe het tussen ons is, heeft niet zoveel met mijn werk te maken. Het werk is erbij gekomen, maar tussen ons is het al langer niet goed.’
We praten over zijn huwelijk. Drie jaar geleden kregen ze een tweede. Na de eerste bevalling twee jaar daarvoor, had zijn vrouw een tijdje last van somberheid, een lichte post natale depressie wellicht. Bij de tweede was sprake geweest van bekkenbodem problemen, met als gevolg dat ze de baby bijna een jaar niet zelf had kunnen oppakken uit de wieg. En de aandacht die de eerste vroeg was haar soms teveel geworden. Ze was na de tweede niet meer aan het werk gegaan. Na een lange ziekmelding had ze besloten een andere weg te gaan zoeken. Maar nog niet gevonden. ‘Het is lastig thuis. Niet gezellig vaak. We doen er alles aan om de kinderen niets te laten merken, maar tussen ons is er weinig plezier meer.’
‘En hoe staat het met het geroezemoes in de slaapkamer?’ Vraag ik tegen beter weten in.
‘Wat denk je zelf?’
Blinde vlek in Burn-Out land
In totaal heb ik Johan 6 keer gezien. We hebben gewerkt aan zijn assertiviteit thuis. Hoe hij daar een echte steun kan zijn, ook als zij even weinig te bieden heeft. En hoe hij zijn eigen batterij kan opladen. We hebben dingen bedacht en geprobeerd die thuis beweging zouden kunnen creëren, het gesprek op gang zouden kunnen brengen. Hij is niet de therapeut geworden van zijn vrouw, maar wel weer een gesprekspartner waar ze zich veilig bij voelt. En daardoor hij bij haar. Richting haar familie zijn enkele dingen in gang gezet en hij heeft een gesprek met zijn adoptievader gehad. Puzzelstukjes zijn op hun plaats gelegd. Er is weer draagkracht ontstaan. Twee pijlers die samen de relatie-brug weer kunnen dragen. Of er gevreeën is vermeldt het verhaal niet, maar het zou zomaar kunnen.
En op het werk? Ik heb er een Krauthammer credo ingegooid: ‘Wat is jouw voorstel?’ Op zijn computer hangt de gele post-it, waarmee hij heeft geleerd NEE te zeggen, zonder NEE te hoeven zeggen. Met die ene vraag delegeert hij makkelijker en houdt hij zijn bureau schoon. Omdat het beter met hem gaat. Omdat het thuis beter gaat.
Daarom mijn boodschap aan HR-managers en directeuren: durf vaker een coach voor te stellen, die óók de relatie meeneemt in de sessies met de burn-out of bore-out collega. Want een thuisfront waar je kracht uit put, is het halve werk.